Financiering

Wat hebben wij bereikt?

De financiering van de provincie Noord-Holland heeft conform de voorwaarden genoemd in de Wet financiering decentrale overheden plaatsgevonden. Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de uit de Treasuryfunctie voortvloeiende risico’s. De Treasuryfunctie omvat alle activiteiten gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de hieraan verbonden risico’s.
Het treasurybeleid beslaat de doelstellingen, de richtlijnen en de limieten, die voor het uitvoeren van de Treasuryfunctie zijn vastgesteld. De wettelijke en provinciale kaders zijn vastgelegd in:

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)
  • Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden
  • Ministeriële regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
  • Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) 
  • Verordening financieel beheer Noord-Holland 2011
  • Treasurystatuut Provincie Noord-Holland 2010 (*[1])

In deze wettelijke kaders staan onder andere richtlijnen over het aangaan en verstrekken van leningen, evenals het verlenen van garanties uit hoofde van de publieke taak. Uitzettingen of derivaten moeten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. In de ministeriële regeling is geëxpliciteerd wat minimaal onder prudente uitzettingen en een prudent gebruik van derivaten moet worden verstaan. De voorschriften richten zich op de tegenpartij (debiteurenrisico) en op het type instrument (marktrisico).
De doelstellingen bij het uitvoeren van het treasurybeleid zijn vastgelegd in de financiële verordening en in het treasurystatuut. De belangrijkste doelstellingen zijn:

  • Zorgen voor de tijdige beschikbaarheid van de nodige financiële middelen
  • Beheersen van financiële risico’s
  • Minimaliseren van de kosten bij het beheren van geldstromen en financiële posities

Wij hebben ons bij het uitvoeren van de Treasuryfunctie aan de wettelijke kaders en provinciale regelgeving gehouden. Met de keuze voor het integraal schatkistbankieren (besluit Provinciale Staten november 2009) hebben wij de risico’s van de Treasuryfunctie kunnen begrenzen. Immers het debiteurenrisico van deze keuze is nihil, want het geld wordt uitsluitend ondergebracht bij het Rijk. Doordat het bij het Rijk alleen mogelijk is in deposito’s uit te zetten blijft de hoofdsom bovendien te allen tijde in tact. Hierdoor is in 2015 dan ook geen sprake geweest van koersrisico. Ook heeft de provincie geen last gehad van valutarisico, aangezien het Rijk alleen de mogelijkheid geeft middelen uit te zetten in euro’s. Natuurlijk kan het valutarisico zich voordoen bij het aantrekken van middelen, maar daar is in 2015 geen sprake van geweest. Daarbij zal gezien de langetermijnliquiditeitsprognose van de provincie hier ook voorlopig geen sprake van zijn.
In het uitvoeren van het treasurybeleid sturen wij daarom op het beheersen van het renterisico en het liquiditeitsrisico. Het renterisico is het risico van een lager financieel resultaat als gevolg van (negatieve) rentefluctuaties. Het liquiditeitsrisico is het risico van wijzigingen in het verloop van inkomsten en uitgaven in afwijking van de planning, waardoor financieringskosten hoger uitvallen.
*1) Het doel is (overeenkomstig de verordening financieel beheer) het treasurystatuut één keer in de vier jaar te actualiseren. Provinciale Staten hebben het geldende treasurystatuut Noord-Holland vastgesteld op 8 februari 2010 (voordrachtnummer 01/2010).
[1] Het doel is (overeenkomstig de verordening financieel beheer) het treasurystatuut één keer in de vier jaar te actualiseren. Provinciale Staten hebben het geldende treasurystatuut Noord-Holland vastgesteld op 8 februari 2010 (voordrachtnummer 01/2010).

Wat hebben wij daarvoor (meer) gedaan?

De staat verzekert met schatkistbankieren dat met de middelen van het college geen onnodige financiële risico’s worden gelopen. Zij profiteert van de AAA-funding tarieven van de overheid. Schatkistbankieren biedt de twee volgende hoofdactiviteiten:

  • Rekeningcourantverhouding met de Staat. Een positief saldo op de bankrekeningen van de instelling wordt dagelijks afgeroomd ten gunste van de rekening courant. Andersom wordt een negatief saldo op de bankrekeningen van de instelling dagelijks aangezuiverd vanaf deze rekening courant. Deze saldoregulatie geschiedt door het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.
  • Plaatsing van deposito’s bij genoemd Agentschap. Hierbij worden dagelijks onafhankelijk vastgestelde tarieven gehanteerd en aanvragen worden nooit geweigerd indien het saldo toereikend is.

Op het aantrekken van middelen, dat via schatkistbankieren niet mogelijk is, gaan wij hier niet nader in. Van het aantrekken van middelen is, gelet op de lange termijn liquiditeitsprognose, voorlopig geen sprake.
Voor het bepalen van de hoogte, de looptijd en het rentepercentage van de te plaatsen deposito’s maken wij gebruik van liquiditeitsprognoses en renteverwachtingen.

Liquiditeitsprognoses

De liquiditeitsprognoses genereren informatie over de liquiditeitsbehoefte op de korte, middellange en lange termijn. De prognoses vormen een belangrijke basis voor het uitzetten van tijdelijk beschikbare financiële middelen in deposito’s.

Renteverwachtingen

Een tweede belangrijke basis is de renteverwachting, die wij in 2015 elk kwartaal hebben opgesteld met twee of drie rentevisies van verschillende banken. Deze renteverwachting heeft ons geleerd dat de door ons geraadpleegde instanties voor 2016 nog steeds zeer lage rente niveaus verwachten. Besloten is daarom om de vrijkomende deposito’s voorlopig op de rekening-courant te laten staan.. Uitzettingen bij de schatkist leveren op 1 februari 2016 pas bij een deposito voor 7 jaar 0,04 % rente op.
De provincie heeft eind 2014 bij de Schatkist € 701 miljoen in rekening-courant staan. Hierbij zijn ook opgenomen de bedragen die van derden zijn ontvangen in het kader van de financiering van het N 201 en N 23 project .

Kasgeldlimiet/Renterisiconorm

De Wet fido stelt normen voor de hoogte van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Bij het uitvoeren van het treasurybeleid is de Provincie Noord-Holland in 2015 binnen deze normen gebleven. Overschrijding van de kasgeldlimiet was niet aan de orde, omdat in 2015 geen kasgeldleningen benodigd waren.
De renterisiconorm is bedoeld om (her)financiering van de meerjarige leningen over de jaren te spreiden. Dit is echter voor de provincie Noord-Holland niet aan de orde geweest, omdat de provincie in 2015 geen lang vreemd vermogen heeft aangetrokken.

Wat heeft het gekost?

De feitelijke realisatie van het treasurybeleid weerspiegelt het renteresultaat van de provincie. Wij hebben in 2015 een renteresultaat van € 8,8 miljoen.

  • Het renteresultaat over 2015 is als volgt opgebouwd:
  • Boeterente en dergelijke aan diverse crediteuren ( € 10.410)
  • Rentebaten op geplaatste deposito’s en rekening-courant tegoeden ( € 33.626)
  • Rentevergoeding Vattenfall, i.v.m. overname aandelen NUON ( € 1.897.096)
  • Rentederving op verstrekte achtergestelde lening Purmerend t.b.v. Stadsverwarming (€ 272.268 )
  • Overige rentevergoedingen i.v.m. te late betaling van vorderingen door diverse debiteuren ( € 4.823)
  • Rentederving op verstrekte renteloze leningen en voorfinancieringen: Leningen aan de RON NV (€ 388.013), Nationaal Restauratiefonds NRF (€ 197.370),  Ontwikkelingsmaatschappij NHN inz. Participatiefonds MKB (€26.250), leningen t.b.v. de Streekrekening Texel (€ 41.700), B.V. Zeggenschap Wieringerrandmeer inzake de storting t.b.v. de oprichting Wieringerrandmeer beheer (€1.289) , Gemeente Uithoorn € 3.572 en Stichting Pampus € 83).
  • Rentebaten op verstrekte langlopende geldleningen en uitzettingen >1 jaar (€ 184.324).

Naast de werkelijke rentelasten/baten rekent de Provincie Noord-Holland rente intern door aan kostenplaatsen, producten en activa. In 2015 bedraagt de doorberekende rente €5,8 miljoen. Op de volgende pagina’s is de opbouw van het renteresultaat weergegeven.

 Overzicht van de opbouw van het renteresultaat

    dienstjaar 2015

Categorie

Omschrijving

   Lasten

   Baten

 €

 €

 €

RENTERESULTAAT

4500

Rente van opgenomen kasgeld, van in rekening-courant opgenomen gelden en van andere kortlopende schulden:

               10.410

- Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen rente rekening- courant

                         -

- Boeterente en dergelijke aan diverse crediteuren

             10.410

8500

Rente van verstrekt kasgeld, van in rekening-courant uit- staande gelden en van andere kortlopende vorderingen:

          1.935.544

- Rentevergoeding uitstaande deposito's en kortlopende leningen

                      -

- Rentevergoedingen rekening-courant bank- en girorekeningen

             33.626

- Vattenfall, rentevergoeding i.v.m. overname aandelen NUON

        1.897.096

- Overige rentevergoedingen i.v.m. te late betaling van vorderingen door diverse debiteuren

               4.823

8600

Gederfde rente 2013 achtergestelde lening gemeente Purmerend (zie productnummer 720.01)

           272.268

             272.268

8600

Rentederving op verstrekte renteloze leningen en/of voorfinancieringen:

             658.277

- Regionale Ontwikkelingsmij.voor het Noordzee-kanaalgebied NV.(RON) (zie subproduct 710.13)

           388.013

- Nationaal Restauratiefonds NRF  (zie subproduct 838.84)

           197.370

- Ontwikkelingsmij.NHN inzake Participatiefonds MKB  (zie subproduct 710.06)

             26.250

- Gemeente Hollandse Kroon inzake deelname in GEM (Wieringerrandmeer)

                  646

- BV.Zeggenschap Wieringerrandmeer inzake storting kapitaalbijdrage (zie 916.10)

                  643

- Renteverlies op NIEGG-gronden Crailo en Nat.bedrijventerrein Anna Paulowna (zie subproduct 916.10)

                      -

-Renteverlies Streekrekening Texel(zie subproduct 624.07)

             41.700

-Leningen aan div.CPO-projecten (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap)(zie 934.48)

                      -

-Gemeente Uithoorn (727.44)

               3.572

-Stichting Pampus (727.46)

                    83

8500

Rente van verstrekte langlopende geldleningen en uitzettingen > 1 jaar (zie overzicht 6.2.7)

             186.270

               10.410

           3.052.359

8600

Doorberekende rente aan kostenplaatsen, producten en activa (zie de overzichten 6.2.4 en 6.2.5)

          5.825.200

4600

Bijdrage aan productnummer 1011.01 wegens voordelig (bruto) renteresultaat over het totaal aan financieringsmiddelen

          8.867.149

          8.877.559

           8.877.559

 Overzicht van de kapitaallasten *)

    dienstjaar 2015

Categorie

Omschrijving

 Begroot

 Werkelijk

 €

 €

1. RENTE

4600

Op kostenplaatsen

          1.635.000

1.560.903

4600

Op producten

          4.222.000

          4.224.023

4600

Geactiveerde rentekosten (bouwrente op investeringen)

                        -

               40.274

4600

Geactiveerde rentekosten (op voorraad NIEGG-gronden)

                        -

                         -

Totaal rente

          5.857.000

           5.825.200

2. AFSCHRIJVINGEN

4600

Op kostenplaatsen

          4.038.000

4.048.106

4600

Op producten

        97.740.565

Totaal afschrijvingen

          4.038.000

       101.788.670

Totaal te verdelen kapitaallasten

          9.895.000

       107.613.870

Berekening kasgeldlimiet

Stappen (1–4)

(1) Vlottende schuld

(2) Vlottende middelen

(3) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (–)

(1) – (2) = (3)

Ultimo jaar 2014

€ 437.223.923 

€ 893.210.424 

- € 455.986.501

Ultimo jaar 2015

€ 382.914.740 

 € 848.971.158 

- € 466.056.418

(4) Gemiddelde van (3)

€ 410.069.332

€ 871.090.791

- € 461.021.460

Stappen (5–9)

Variabelen

Bedragen

(5)

Kasgeldlimiet

€ 47.824.834

(6a) = (5>4)

Ruimte onder de kasgeldlimiet

€ 509.649.668

(6b) = (4>5)

overschrijding van de kasgeldlimiet

Geen overschrijding van de kasgeldlimiet

Berekening kasgeldlimiet (5)

(7)

Begrotingstotaal

€ 683.211.925

(8)

Percentage regeling

7%

(5) = (7) x (8) / 100

Kasgeldlimiet

€ 47.824.834