Ruimte

Ruimtebeslag van wonen, werken en recreëren optimaliseren.

Doelenboom

Beleidsdoel 5.1

Beleid voor volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing voeren

Operationele doelen

5.1.1 Wonen en stedelijke vernieuwing stimuleren

5.1.3 Structuurvisie uitvoeren

Beleidsdoel 5.3

Beleid voor economie, landbouw & toerisme voeren

Operationele doelen

5.3.1 Een optimaal vestigingsklimaat scheppen

5.3.2 Hoogwaardige werklocaties realiseren

5.3.3 Aan het toerisme gekoppelde bedrijvigheid stimuleren

5.3.4 Voor duurzame land- en tuinbouwgebieden zorgen

Beleidsdoel 5.4

Aantrekkelijk en toegankelijk groen realiseren voor de bewoners en bezoekers van de provincie, voor ecologie en economie

Operationele doelen

5.4.1 Beschermen en ontwikkelen van groen

5.4.2 Beheren van groen

5.4.3 Betrekken bij groen

Realisatie van de prioriteiten voor dit begrotingsjaar

Prioriteit

%

Toelichting

Stimuleren van binnenstedelijke woningbouw en stads- en dorpsontwikkeling (OD 5.1.1)

100

Opstellen Plan van aanpak voor Regionale Actieprogramma’s (RAP’s) Woningbouwprogrammering 2015-2020 (OD 5.1.1)

50

Van de 6 regio’s hebben 3 een Plan van aanpak gereed om te komen tot een Regionale Actieprogramma 2015-2020.

Beschikbaar stellen van locaties voor zelfbouw door gemeenten en corporaties via kennis en afspraken in de RAP’s (OD 5.1.1)

100

Er zijn diverse activiteiten rond kennis en inspiratie over zelfbouw uitgevoerd (zie de tussenevaluatie uitvoering initiatiefvoorstel Ruimte voor CPO met nummer 727050/72706). Zelfbouw staat op de agenda voor de Regionale Actieprogramma’s voor de periode 2016-2020. Hoe de regio’s invulling gaan geven aan zelfbouw en zelfbouw locaties in het RAP staat in de plannen van aanpak voor de RAP’s.

Actualiseren van de Structuurvisie en Verordening (OD 5.1.3)

100

Het uitvoeren van het thematische programma ov-knooppunten en gebiedsgerichte programma De Kop Werkt! (OD 5.1.3)

100

Het programma OV knooppunten is in 2015 verder uitgewerkt. De ‘strategie per corridor’ is door GS vastgesteld. De pilot Zaancorridor leidt begin 2016 tot een uitvoerings-programma en heeft daarnaast toepasbare kennis opgeleverd. In de Kennemercorridor is de verkennende fase gestart.

Het programma De Kop Werkt! is verder uitgewerkt, hierin hebben de provinciale opgaven een plek, waaronder herinrichten Polder Waard-Nieuwland en de uitvoering van natuurprojecten. De regio is uitgedaagd om tot een nieuwe ambitie voor de regionale samenwerking te komen (oproep Coalitieakkoord), uit te werken in een nieuw uitvoeringsprogramma. Dit krijgt in 2016 concrete vorm.  

Stimuleren Ruimtelijke Kwaliteit door ARO, PARK en het organiseren van een congres Ruimtelijke Kwaliteit (OD 5.1.3)

100

ARO: in 2015 heeft de ARO 34  adviezen uitgebracht, waarvan zeven keer een tweede advies . Per saldo gaat het om 27 verschillende plannen/locaties. De adviezen voor 2014 zijn gebundeld in het jaarverslag.
 PARK: de PARK heeft een bijdrage geleverd aan diverse ruimtelijke plannen en projecten, zoals de dijk Hoorn-Amsterdam, de MRA-landschappen en Seedvalley Enkhuizen. GS hebben de samenwerking met PARK Jandirk Hoekstra vanaf 1 september 2015 met twee jaar verlengd.
 Congres: op 19 februari is  het congres ’verleidelijk, bruikbaar en solide’ gehouden over vier jaar werken aan ruimtelijke kwaliteit in Noord-Holland.  

Uitvoering van het ganzenakkoord.

100

Conform.

Uitvoeren projecten uit het programma “Betrekken bij Groen”( OD 5.4.3)

100

Conform.

Uitvoeren Agenda Licht op Groen (2013) (OD 5.4.1)

100

Conform.

Uitvoeren Programma Groen 2015 (OD 5.4.1)

100

Conform.

Vaststellen beheerplannen Natura 2000 (OD 5.4.2)

25

De Natura2000-beheerplannen voor de gebieden Polder Zeevang en Abtskolk-De Putten zijn vastgesteld. De beheerplannen voor de gebieden Noordzeekustzone, Waddenzee en Texel liggen ter inzage. Nu de PAS in 2015 is vastgesteld kunnen de overige beheerplannen, die ambtelijk reeds vergevorderd zijn, in de loop van 2016 en 2017 ter inzage worden gelegd en daarna worden vastgesteld.

Verkennen verbreding natuurbeleid van EHS naar Biodiversiteit (OD 5.4.1)

100

De verkenning Aanpak Groen Kapitaal is afgerond.

In het kader van kenniseconomie en innovatie meer aandacht voor techniek en verbinden van onderwijs, bedrijfsleven en overheden.

100

Met instandhouding van de Techniekraad gezorgd voor versterking van de activiteiten op gebied van instroom, arbeidsmarkt en technische beroepsopleidingen.

Regionale afstemming van vraag en aanbod van werklocaties, vooral in Noord-Holland Noord.

100

Er liggen nu regionale uitwerkingen voor heel Noord-Holland Noord. De volgende stap is dat er nu convenanten komen waarin de afspraken worden vastgelegd.

Uitvoering van het geactualiseerde detailhandelsbeleid.

100

De diverse regio's in Noord-Holland zijn nu volop aan de gang met opstellen van de vereiste regionale detailhandelsvisies.

Uitvoeren van de agenda Landbouw en Visserij waarbij de focus ligt op Greenports Noord-Holland Noord en Aalsmeer, en op Blueport Noordwest Holland.

100

De agenda Landbouw en Visserij is weliswaar afgerond maar een groot aantal dossiers loopt gewoon door. De samenwerking met de greenports is langdurig verankerd in de strategische visies van de greenports.

Vaststelling van het uitvoeringskader Waddenkusttoerisme.

100

Conform.

Ontwikkelingen in de omgevingsfactoren lopende het begrotingsjaar

Omgevingsfactor

Ontwikkeling

Demografie :

  • Een kwart van de bevolkingsgroei van Nederland vindt plaats in Noord-Holland. De groei is met name toegenomen Noord-Holland Zuid. De groei in Noord-Holland Noord daarentegen stagneert. Tevens daalt zowel de beroepsbevolking als het aantal jongeren in Noord-Holland Noord. De vergrijzing, en dan m.n. het aantal 65-plussers, begint toe te nemen, dit is zichtbaar in de hele provincie.

Geen ontwikkeling.

Energietransitie:

  • De klimaatverandering , de eindigheid aan fossiele brandstoffen, de geopolitieke situatie en de wens tot onafhankelijkheid en de toename aan initiatieven uit de samenleving vormen de urgentie om over te stappen naar een duurzame energievoorziening. Dit vraagt om een energietransitie. Nederland wil in 2020 een van de meest innovatieve landen zijn en de ambities zijn vastgelegd in het Nationaal Energieakkoord. De energietransitie heeft omvangrijke en deels onbekende ruimtelijk-economische effecten en leidt tot een nieuw type energielandschap. Energietransitie leidt tot een nieuwe ruimtelijke kwaliteit, zorgt voor innovatie en levert ondernemerschap op.

Door de Raad voor de Leefomgeving is op verzoek van de minister eind 2015 een advies opgesteld over hoe te komen tot een geheel duurzame energievoorziening in 2050. Dit advies is meegenomen in het “Energierapport- Transitie naar Duurzaam” waarin de strategische en langetermijnvisie op de energievoorziening in Nederland staat. Deze rapporten worden gebruikt bij de op te stellen ruimtelijke toekomstperspectieven voor Noord-Holland.

Governance:

  • In de samenleving is de afgelopen jaren een tendens waarneembaar waarbij er meer ruimte wordt gegeven aan initiatieven van onderaf. De crisis verstevigt deze ontwikkeling. Een dergelijke aanpak is in het bijzonder opportuun in het ruimtelijk domein. Dit heeft zijn weerslag op de manier van werken en de rol van overheden bij initiatieven rond ruimtelijke ontwikkelingen. Deze verschuift van sturend naar faciliterend en coördinerend en van reagerend en toetsend naar initiërend.

De Omgevingswet en daarmee de inzet op één samenhangende omgevingsvisie zijn daartoe een ontzettende impuls. De rigoureuze beperking van het aantal wetten en planfiguren, de programmatische aanpak en de digitalisering, het werken vanuit vertrouwen zijn daarvan de belangrijkste elementen. De Omgevingswet richt zich op het verbinden van denken en handelen tussen burgers, ondernemers en overheden, niet vanuit (schijn-) tegenstellingen maar vanuit synergie. De eerste stappen om de Omgevingswet en –visie vorm te geven zijn gezet.

  • Proces en tijdspad tot stand komen nieuwe wetgeving, waarmee ook decentralisatie Faunafonds formeel wordt geregeld.

De invoering van de Wet Natuurbescherming is voorzien per 1 januari 2017. De oorspronkelijke plannning was 1 januari 2016.

  • Populatieontwikkeling diersoorten, in het bijzonder ganzen, Ontwikkeling prijzen fruit, graan en droge stof.

Omdat populatieontwikkeling van ganzen moeilijk te voorspellen is, is moeilijk te prognosticeren wat de schade is die wij als provincie moeten vergoeden. Het voorgestelde 'Zomerplafond' bleek juridisch niet houdbaar, waardoor het niet mogelijk is van tevoren een maximaal uit te keren schadebedrag vast te stellen.