Water

Waterveiligheid waarborgen en water benutten en beheren.

Doelenboom

Beleidsdoel 3.1

Noord-Holland tegen overstromingen beschermen

Operationele doelen

3.1.1 De primaire en regionale waterkeringen op orde krijgen en houden

3.1.2 Kaders voor waterveiligheid ontwikkelen

Beleidsdoel 3.2

Water benutten en beheren

Operationele doelen

3.2.1 Oppervlaktewater benutten en beheren

3.2.2 Grondwater benutten en beheren

Realisatie van de prioriteiten voor dit begrotingsjaar

Prioriteit

%

Toelichting

De versterking van de Markermeerdijken tussen Hoorn en Amsterdam: GS nemen een besluit over de ter visie legging van het ontwerp-projectplan Markermeerdijken (OD 3.1.1)

0

Uitgesteld i.v.m. het oprichten van een Alliantie die o.a. het (ontwerp) dijkversterkingsplan gaat opstellen. Het besluit van GS over de ter visie legging wordt naar verwachting in 2016 genomen.

Meerlaagsveiligheid: We participeren in de pilot Meerlaagsveiligheid Marken en we voeren twee verkenningen uit om ervaring op te doen met meerlaagsveiligheid (OD 3.1.2)

100

In 2016 zullen de verkenningen een vervolg krijgen.

De Watervisie 2016-2021 wordt door PS vastgesteld (OD 3.2.1)

100

In november door PS vastgesteld.

Europese Kaderrichtlijn Water: Het KRW Maatregelenprogramma 2010-2015 wordt afgerond (OD 3.2.1)

94

Van de 31 projecten zijn er 29 uitgevoerd.

De pilot Zelfvoorzienende zoetwaterberging wordt afgerond en het resultaat wordt aangeboden aan PS (OD 3.2.1)

100

Op 17 december aangeboden aan PS.

Ontwikkelingen in de omgevingsfactoren lopende het begrotingsjaar

Omgevingsfactor

Ontwikkeling

In 2014 is door de Tweede Kamer besloten over de Deltabeslissingen. Deze krijgen de komende jaren, ook Noord-Holland, hun uitwerking. Doel is ervoor te zorgen dat volgende generaties veilig zijn tegen overstromingen en over genoeg zoet water beschikken.

Na het uitbrengen van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën in 2014 zijn de procesmatige en inhoudelijke maatregelen in de vorm van respectievelijk het Deltaprogramma 2015 en het Deltaprogramma 2016 vastgesteld. Binnen gezamenlijke aanpak van het Deltaprogramma hebben alle partijen een eigen verantwoordelijkheid. Onze visie en aanpak op provinciale verantwoordelijkheid hebben wij vormgegeven in de provinciale Watervisie 2021 en het bijbehorende uitvoeringsprogramma en is in december 2015 door uw Staten vastgesteld. Ten aanzien van de doelstelling dat volgende generaties veilig zijn tegen overstromingen en over genoeg zoet water beschikken, zetten wij in op het concept van meerlaagse veiligheid: Onze dijken blijven de belangrijkste verdediging en dijkversterkingen worden met oog voor ruimtelijke kwaliteit uitgevoerd. Daarnaast verkennen we de mogelijkheden voor een waterrobuuste inrichting van het achterland. En natuurlijk is onze calamiteitenorganisatie op orde. Onze zoetwaterstrategie is geënt op het instrument voorzieningenniveau, waarbij de zoetwateraanvoermogelijkheden en de gebruiksbehoefte in samenhang worden bezien.

De uitwerking van het Bestuursakkoord Doelmatig Waterbeheer.

Het Bestuursakkoord staat voor een doelmatig en doeltreffend waterbeheer waarin iedere bestuurslaag de vrijheid krijgt om haar taak naar eigen inzicht uit te voeren. Dit uiteraard in goed overleg en rekening houdend met elkaars belangen. In het bestuursakkoord staat beschreven dat het Rijk en de provincies naar integrale plannen streven en dat voor waterplannen - op termijn - geen ruimte meer is. Als provincie verbinden wij belangen op het gebied van water, ruimte, economie en natuur met elkaar, en komen we tot integrale besluitvorming. Water kan hierin faciliterend zijn aan andere provinciale doelen en belangen, maar kan ook juist randvoorwaarden stellen.

Met de Watervisie 2021 sluiten we aan op het Bestuursakkoord Water en anticiperen we zo op de Omgevingswet, die naar verwachting in 2018 van kracht zal worden. Deze wet beoogt minder planvorming en besluiten, een meer integrale afweging op gebiedsniveau, meer doelmatige procedures, regels met ruimte voor innovatie en marktontwikkelingen, en een meer flexibele inzet van instrumenten.

Het nationale beleid staat in het teken van decentralisatie en een heroriëntatie op kerntaken, met als doel de doelmatigheid  en efficiency van beleid en uitvoering te vergroten. Dit is ingegeven door de enorme bezuinigingsoperatie om de gevolgen van de economische recessie op te vangen. Grote bezuinigingen op recreatie en natuur raken ook het waterbeleid. Nationale ambities worden afgestemd op wat Europa verplicht stelt.

Alhoewel de economische situatie zich lijkt te verbeteren, is en blijft een goede kostenafweging in de waterwereld een belangrijke zaak. Het Deltaprogramma en de Kaderrichtlijn Water hebben laten zien dat om tot toekomstbestendige, duurzame oplossingen te komen, de ruimte waarbinnen oplossingen gezocht worden, verbreed moet worden. Dat betekent nog meer inzetten op integraliteit van zowel de probleemanalyse als de oplossingsrichtingen.